Casimir Pierre Périer (1777–1832) was een Franse bankier, industrieel en staatsman, actief in de roerige periode tussen de Franse Revolutie en de Julimonarchie. Hij werd geboren in Grenoble in een welgestelde familie van kooplieden, en zou al snel zijn invloed uitbreiden naar zowel de financiële als de politieke wereld van Frankrijk.
Aanvankelijk bouwde Périer zijn fortuin uit in de industrie, onder meer als mede-eigenaar van de steenkoolmijnen van Anzin. Zijn scherpe economische inzicht en zijn positie binnen het bankwezen – waaronder als regent van de Banque de France – maakten hem tot een van de invloedrijkste industriëlen van zijn tijd.
In de politiek manifesteerde hij zich als een gematigd liberaal. Hij keerde zich tegen het autoritaire bewind van koning Karel X en speelde een prominente rol in de kamer van afgevaardigden. Na de Julirevolutie van 1830, die de Bourbon-monarchie ten val bracht, werd hij een sleutelfiguur onder koning Louis-Philippe. In 1831 werd hij benoemd tot voorzitter van de ministerraad (feitelijk: premier), en ook belast met het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Als regeringsleider trad Périer hard op tegen opstanden, zoals die van de zijdewevers in Lyon. Zijn beleid was gericht op stabiliteit en orde, en hij wilde de jonge monarchie beschermen tegen revolutionaire en republikeinse dreigingen. Zijn vastberaden houding bracht rust, maar leverde hem ook kritiek op vanwege de repressieve middelen die hij gebruikte.
Casimir Périer stierf in 1832 tijdens een cholera-epidemie, terwijl hij nog in functie was. Zijn dood betekende een groot verlies voor de monarchie van Louis-Philippe. Hij werd met grote eer begraven op Père Lachaise, waar een imposant mausoleum herinnert aan zijn rol in de Franse geschiedenis.