Emmanuel Cabut, 24 april 1963 – 10 januari 2010
Zanger, dichter, schilder, uitgever, activist
Mano Solo werd geboren in Châlons-sur-Marne als zoon van de beroemde tekenaar Cabu en Isabelle Monin, mede-oprichter van het ecologische tijdschrift La Gueule ouverte. Zijn artistieke wortels lagen diep: vanaf zijn zeventiende speelde hij gitaar in de punkband Les Chihuahuas. Maar pas begin jaren ’90 vond hij zijn eigen stem — letterlijk en figuurlijk — nadat hij in 1986 te horen had gekregen dat hij seropositief was.
Zijn eerste soloalbum La Marmaille nue (1993) sloeg direct aan: meer dan 100.000 exemplaren werden in het eerste jaar verkocht. Hij combineerde rauwe poëzie met breekbare melodieën en bracht zijn muziek met een zeldzame intensiteit. Albums als Les Années sombres (1995) en Frères Misère (1996) getuigen van zijn innerlijke strijd én maatschappelijke woede. Tijdens een concert in de Bataclan maakte hij in 1995 publiekelijk bekend aids te hebben.
Naast muzikant was Mano Solo ook dichter, schrijver en schilder. Hij illustreerde zelf zijn albumhoezen, richtte een eigen uitgeverij (La Marmaille Nue) op, en bracht poëzie (Je suis là, 1995) en proza (Joseph sous la pluie, 1996) uit. Zijn dubbelalbum Internationale Shalala (1999), live opgenomen in Théâtre du Tourtour, werd een ode aan de “innerlijke revolutie” – een term die hij samen met zijn publiek tot leven bracht.
Mano Solo was een van de eerste Franse artiesten die zich actief op internet begaf. Hij lanceerde zijn eigen platform waar hij muziek, animaties, teksten en ideeën deelde. Zijn album In The Garden (2007) was een poging tot zelfproductie, waarvoor hij zijn huis als onderpand stelde. Hij hoopte hiermee onafhankelijkheid te creëren van de grote labels, maar concludeerde later teleurgesteld dat zelfs gevestigde namen niet zonder hen konden overleven. In zijn woorden:
“MP3 gaat niet over revolutie, het gaat over werklozen creëren.”
Zijn strijd was niet alleen artistiek. Mano Solo zette zich in voor sociale rechtvaardigheid: hij organiseerde benefietconcerten, presenteerde radioshows op Aligre FM, en gaf in zijn programma’s het woord aan activisten, kunstenaars, en ‘onzichtbaren’ in de samenleving. Hij was betrokken bij het collectief “Je suis là!” en werkte samen met de Malagassische hulporganisatie Fazasoma.
Zijn werk werd altijd overschaduwd door zijn ziekte. Mano Solo leefde jarenlang met aids en werd na zijn laatste concert op 12 november 2009 opgenomen in het ziekenhuis. Hij overleed op 10 januari 2010 aan de gevolgen van meerdere aneurysma’s, slechts 46 jaar oud.
Erfenis
Mano Solo blijft herinnerd als een dichter-zanger met een ongepolijste, oprechte stem. Zijn oeuvre is doordrongen van kwetsbaarheid en woede, van liefde en revolte. Hij bezong het leven met al zijn licht en duisternis – en weigerde zich ooit te schikken in stilte.