Édouard Mangin-Bocquet, bekend als Édouard Mangin (1837–1907), was een veelzijdig figuur uit de Franse muziekwereld van de 19e en vroege 20e eeuw. Hij combineerde een carrière als pianist, componist, dirigent en bevlogen muziekpedagoog.
Mangin werd in 1837 in Parijs geboren en werd opgeleid aan het prestigieuze Conservatoire de Paris, waar hij meerdere eerste prijzen behaalde in piano, harmonie en compositie. Vanaf het begin toonde hij een breed muzikaal talent.
In 1864 begon hij zijn publieke loopbaan als chef de chant en dirigent aan het Théâtre Lyrique in Parijs. Na de Parijse Commune verhuisde hij in 1871 naar Lyon, waar hij chef-dirigent werd van het Grand Théâtre en in 1872 als oprichter-directeur het Conservatoire de Lyon tot leven bracht. Hij leidde de school tot 1876, waarbij hij persoonlijk lessen gaf in harmonie, piano en compositie.
Rond 1882 keerde hij terug naar Parijs om als professor te werken aan het Conservatoire de Paris, waar hij onder meer zangstudenten begeleidde. In 1893 volgde een benoeming tot chef-dirigent van de Opéra de Paris, een positie die hij bekleedde tot 1906.
Mangin werd in 1895 benoemd tot ridder in de Légion d’honneur en ontving buitenlandse erkenning, zoals het Thais eereteken van het Witte Olifant. Hij vertegenwoordigde Frankrijk op internationale congressen over kunst en muziek, onder meer in 1905 in Luik.
Hij overleed in zijn woonhuis in Parijs in mei 1907 op 69-jarige leeftijd. Zijn graf op Père Lachaise wordt gedeeld met zijn familie en is een stille herinnering aan zijn betekenis in de Franse muziekeducatie en podiumkunst.