Philippe Bedos werd geboren op 1 mei 1954 in Parijs. Hij was de geadopteerde zoon van het bekende artiestenkoppel Guy Bedos en Sophie Daumier. Zijn afkomst gaf hem een artistieke voedingsbodem, maar zijn muzikale stem was geheel de zijne: energiek, rebels, gepassioneerd.
In 1975 brak hij door als componist met het nummer “Good Bye”, geschreven voor zanger Yves Jouffroy. De single werd een hit met meer dan 300.000 verkochte exemplaren. Bedos bewees zichzelf als een jonge muzikant met talent voor pakkende melodieën en teksten die raakten.
In 1979 richtte hij de rockgroep Duroc op. De band bracht in 1981 een album uit met de titel Brûlons la Californie(“Laten we Californië platbranden”) — een statement, een uitroep, een poëtisch gebaar tegen de vervlakking van de popcultuur. De muziek was ruw, romantisch, Frans, met invloeden uit punk en chanson.
Maar het noodlot sloeg toe. Tijdens een optreden in 1981 werd hij zwaar mishandeld door een onbekende, wat resulteerde in ernstige beschadiging van zijn strottenhoofd. Zijn zangstem — zijn identiteit, zijn expressie — was voorgoed verloren. Bedos trok zich terug uit de muziekwereld, teleurgesteld, geknakt, maar niet vergeten.
Hij overleed in 2011. Zijn lichaam werd bijgezet op Père Lachaise, in divisie 45, tussen artiesten van wie hij als kind had gedroomd ooit op het podium te staan. De stem die hij verloor, blijft nagalmen in zijn liedjes. In een wereld van ruis, was hij even een toon.