François Adrien Boieldieu (1775–1834)
François Adrien Boieldieu, geboren op 16 december 1775 in Rouen, Frankrijk, wordt vaak "de Franse Mozart" genoemd vanwege zijn talent voor opera en zijn invloed op de ontwikkeling van het Franse operagenre. Hij werd een van de belangrijkste Franse componisten van zijn tijd, vooral bekend om zijn opera's.
Boieldieu werd geboren onder het Ancien Régime en ontving zijn muzikale opleiding eerst van de choirmaster en later van de organist van de kathedraal van Rouen. De stad, ondanks de tumultueuze periode van de Franse Revolutie, behield een rijk muzikaal leven. Gedurende de Revolutionaire periode componeerde Boieldieu zijn eerste werken op teksten van zijn vader, waaronder La fille coupable (1793) en Rosalie et Mirza (1795), die hem onmiddellijk succes opleverden.
Boieldieu verhuisde naar Parijs, waar hij besloot om als pianostemmer te werken. Zijn carrière als componist kwam van de grond toen hij zijn eerste opera's schreef voor het populaire Opéra-Comique, een genre dat een hybride vorm was van opera en gesproken dialoog, en een van de weinige mogelijkheden voor jonge componisten. In 1797 schreef Boieldieu La famille suisse en L'heureuse nouvelle voor het Théâtre Feydeau, wat hem grote bekendheid opleverde. In 1798 bracht hij Zoraime et Zulmare uit voor het Théâtre Favart, wat zijn succes verder vergrootte.
Boieldieu’s beroemdste werken zijn ongetwijfeld zijn opera's, waaronder La Dame Blanche (1825), die zijn meest succesvolle werk werd en een belangrijk onderdeel is van het Franse operarepertoire. Een ander belangrijk werk is Le Calife de Bagdad (1800), een opéra-comique die zijn reputatie als componist bevestigde.
Van 1803 tot 1811 was Boieldieu dirigent van de Imperial Opera in St. Petersburg, waar hij zijn vaardigheden als leider van een orkest verder ontwikkelde. Zijn tijd in Rusland had een grote invloed op zijn werk en zijn stijl. In 1814 keerde hij terug naar Frankrijk, waar hij zijn muziekcarrière voortzette en uiteindelijk zangleraar werd aan het Conservatorium van Parijs.
Na zijn terugkeer naar Parijs, werkte Boieldieu onder bescherming van belangrijke figuren, waaronder de hertogin van Berry. Hij werd benoemd tot muziekmeester van het koninklijk hof van Lodewijk XVIII. Echter, na de revolutie van 1830 verloor hij zijn positie, hoewel zijn invloed nog steeds sterk was. Boieldieu stierf op 8 oktober 1834.
Boieldieu’s muziek wordt gekarakteriseerd door zijn vaardigheid in het schrijven van melodieën en zijn innovatieve benadering van het opéra-comique. Hij heeft de ontwikkeling van de Franse opera in de 19e eeuw beïnvloed en wordt beschouwd als een pionier in het genre. Zijn werk werd geprezen door tijdgenoten en heeft zijn weg gevonden in het klassieke operarepertoire.
La Dame Blanche (1825)
Le Calife de Bagdad (1800)
La famille suisse (1797)
L'heureuse nouvelle (1795)
Zoraime et Zulmare (1798)
François Adrien Boieldieu werd begraven op de Père-Lachaise-begraafplaats in Parijs, een van de beroemdste begraafplaatsen ter wereld, waar ook veel andere prominente figuren uit de muziekgeschiedenis rusten. Het graf van Boieldieu bevindt zich in Divisie 66, hoewel het niet zo bekend is als dat van andere beroemde componisten. Het graf is eenvoudiger, maar het herdenkt zijn enorme bijdrage aan de Franse opera.
Zijn muziek wordt nog steeds uitgevoerd, en zijn opera La Dame Blanche blijft een van zijn bekendste en geliefdste werken.