Componist van Les Cloches de Corneville en Marche du régiment de Sambre-et-Meuse
Jean Robert Planquette werd op 31 juli 1848 geboren in Parijs, als zoon van een zanger. Zijn muzikale aanleg werd al vroeg duidelijk, en hij volgde een opleiding aan het Conservatoire de Paris. Vanwege geldgebrek moest hij zijn studie echter voortijdig beëindigen. In plaats daarvan hield hij zich in leven als cafépianist, zanger (tenor) en componist van populaire liederen. Zijn eerste bekendheid dankte hij aan het patriottische lied "Le Régiment de Sambre et Meuse", dat in 1867 werd gezongen door Lucien Fugère – een zanger die later uitgroeide tot een van de grote Franse operatalenten.
Het ware keerpunt in Planquettes carrière kwam in 1876, toen hij van het Théâtre des Folies-Dramatiques de opdracht kreeg een operette te componeren. Het resultaat was Les Cloches de Corneville (1877), een werk dat in Parijs al een indrukwekkende reeks van 480 voorstellingen beleefde. Maar het was vooral in Londen waar Planquette geschiedenis schreef: daar brak het stuk in 1878 alle records met een run van 708 voorstellingen – een mijlpaal in het muziektheater van die tijd.
In de daaropvolgende jaren bleef Planquette operettes componeren, met wisselend succes. Zijn muziek viel op door emotioneel pathos en romantische charme, iets wat het Britse publiek bijzonder wist te waarderen. Werken als Rip Van Winkle (1882), gebaseerd op het verhaal van Washington Irving, werden eerst in Londen uitgevoerd voordat ze in Parijs te horen waren – een omgekeerde route die ongebruikelijk was voor een Franse componist. Andere titels uit zijn oeuvre zijn onder meer Nell Gwynne (1884), Surcouf (1887), Captain Thérése, La Cocarde Tricolore (1892), Panurge (1895) en Mam'zelle Quat’sous (1897).
Hoewel Planquette nooit tot de absolute top van de Franse klassieke componisten werd gerekend, heeft hij met zijn werk blijvende sporen nagelaten. Zijn mars "Sambre et Meuse" wordt nog steeds gespeeld – onder andere door de Marching Band van de Ohio State University tijdens de beroemde “Script Ohio”-formatie. De originele orkestversie werd onder leiding van Arthur Fiedler opgenomen door het Boston Pops Orchestra.
Een bijzondere historische voetnoot: een fragment uit Les Cloches de Corneville, getiteld "The Song of the Cabin Boy", werd in 1894 gebruikt in een van de allereerste experimenten met geluid en film. De Amerikaanse uitvinder W.K.L. Dickson nam dit op in zijn Dickson Experimental Sound Film – een unieke brug tussen muziekgeschiedenis en cinematografie.
Jean Robert Planquette overleed op 28 januari 1903 in Parijs. Zijn graf op het Cimetière du Père Lachaise is rijk versierd, met onder andere guirlandes en een klok als eerbetoon aan zijn bekendste werk Les Cloches de Corneville.
Zijn muziek mag dan niet meer dagelijks op de planken staan, zijn melodieën – vol flair, gevoel en theater – herinneren ons aan een tijd waarin de operette het publiek wist te betoveren met een lach en een traan.