2 februari 1911 – 19 december 1982
Componist – Organist – Architect – Pedagoog
Jean-Jacques Grunenwald was een Franse organist, componist en leraar, bekend om zijn monumentale uitvoeringen van de orgelwerken van J.S. Bach, zijn elegante compositiestijl en zijn dubbele carrière als architect en musicus.
Geboren in Cran-Gevrier, Haute-Savoie, studeerde Grunenwald aan het Conservatoire de Paris, waar hij prijzen won in onder meer orgel (1935, bij Marcel Dupré) en compositie (1937, bij Henri Büsser). Tegelijk studeerde hij aan de École nationale supérieure des Beaux-Arts, waar hij in 1941 afstudeerde als architect — een zeldzame combinatie die zijn esthetiek beïnvloedde: structuur en schoonheid in balans.
Grunenwald verwierf internationale bekendheid door zijn opnames van de complete orgelwerken van J.S. Bach, uitgevoerd tussen 1957 en 1962 op 24 LP’s, opgenomen in de kathedraal van Soissons met het Gonzales-orgel. Deze cyclus wordt nog altijd beschouwd als een van de meest coherente en spiritueel geladen Bach-reeksen van de 20e eeuw.
Hij was:
Titulair organist van St. Pierre-de-Montrouge (Parijs)
Hoogleraar orgel aan de Schola Cantorum van Parijs (1957–1961)
Docent aan het Conservatoire de Genève (1961–1966)
En vanaf 1973: organist van St. Sulpice, als opvolger van Jean-Jacques Beauvarlet-Charpentier
Als componist schreef hij een breed scala aan werken:
Orgelmuziek (zoals Esquisses Byzantines, Six Improvisations)
Kamermuziek en koorwerken
Symfonische muziek
En filmmuziek, waaronder voor de bekroonde film Monsieur Vincent (1947)
Zijn stijl is vaak modaal, spiritueel geladen, geworteld in het gregoriaans maar modern van taal — verwant aan Messiaen, maar soberder.
Jean-Jacques Grunenwald overleed in Parijs in 1982 en werd begraven op het Cimetière du Père-Lachaise. Hij wordt herinnerd als een renaissancemens van de 20e eeuw: componist, architect, leraar en geestelijk musicus. Zijn leven was een brug tussen vorm en klank, contemplatie en actie — alles met het oog op het hogere.