Théodore Louis Jules Jouy, beter bekend als Jules Jouy, werd geboren op 27 april 1855 in het hart van Montmartre, het toen nog dorpse, maar bruisende kunstenaarskwartier van Parijs. Hij groeide op in een stad die zinderde van vernieuwing, maar waarin de sociale ongelijkheid schrijnend zichtbaar was. Deze contrasten — tussen armoede en glitter, onderdrukking en vrijheid — vormden de voedingsbodem voor zijn werk.
Jouy begon als goguettier, een deelnemer aan goguettes: informele bijeenkomsten waar gezongen, gedebatteerd en gedronken werd. In die context ontwikkelde hij zich tot een scherpzinnig dichter en chansonnier, die zijn pen gebruikte als een wapen tegen onrecht, hypocrisie en burgerlijke schijnheiligheid. Zijn liederen en gedichten sneden thema’s aan als uitbuiting, oorlog, alcoholisme en morele corruptie, vaak met een mengeling van woede, ironie en weemoed.
Hij was een chroniqueur van het alledaagse lijden en de stille opstand. Zijn taal was eenvoudig, direct, en altijd doordrongen van mededogen voor de kleinen in de samenleving. In de cafés-concerts van Parijs zong men zijn teksten, en onder arbeiders en artiesten vond hij weerklank. Hij werd gevreesd door de autoriteiten en geliefd bij zijn kameraden. Hij was geen componist, maar vele componisten zetten zijn woorden op muziek — waardoor zijn stem bleef klinken in de straten van de stad.
Jouy kende zelf ook de donkere kanten van het leven. Zijn gezondheid was broos, zijn bestaan onzeker, en zijn strijd tegen de gevestigde orde onophoudelijk. Toch bleef hij trouw aan zijn idealen. Toen hij op 17 maart 1897 overleed, pas 41 jaar oud, liet hij een indrukwekkend oeuvre na — een mozaïek van verzet en menselijkheid, gegoten in chansonvorm.
Zijn vrienden, mede-artiesten en bewonderaars richtten na zijn dood een grafmonument voor hem op op het Cimetière du Père-Lachaise. De inscriptie vermeldt:
"Les chansonniers et les artistes lyriques — Monument élevé par ses amis."
Zo werd hij begraven in het gezelschap van de groten, maar herinnerd als de stem van de kleinen. Tot op de dag van vandaag leeft zijn werk voort in de herinnering van wie gelooft in de kracht van het woord, de spot en het mededogen.