André Gill (1840–1885) was een Franse karikaturist, illustrator en schilder, vooral beroemd om zijn politieke spotprenten in de woelige jaren van het Tweede Keizerrijk en de vroege Derde Republiek. Zijn scherpe pen, expressieve stijl en vaak brutale humor maakten hem tot een van de invloedrijkste en meest herkenbare figuren van de negentiende-eeuwse Franse pers.
Geboren als Louis-Alexandre Gosset de Guînes in Parijs op 17 oktober 1840, nam hij later het pseudoniem André Gillaan – een knipoog naar de Engelse illustrator James Gillray. Zijn artistieke talent viel al vroeg op, en hij begon te publiceren in satirische tijdschriften als Le Journal Amusant en La Lune.
Gill brak echt door als vaste karikaturist voor La Lune en later L'Éclipse. Zijn portretten van politieke en culturele figuren – met overdreven hoofden op kleine lichaampjes – werden beroemd, maar leverden hem ook veel vijanden op. De overheid beschouwde zijn werk als subversief, en zijn tekeningen werden meermaals gecensureerd of verboden. Toch bleef hij doorgaan met tekenen, vaak met een mengeling van ironie, poëzie en maatschappijkritiek.
Hij maakte iconische karikaturen van onder meer Victor Hugo, Émile Zola, Napoléon III, Léon Gambetta en Sarah Bernhardt. Zijn stijl werd een schoolvoorbeeld voor latere spotprenttekenaars.
Tijdens de Parijse Commune in 1871 was Gill betrokken bij het revolutionaire leven van de stad, hoewel hij voorzichtig bleef met politieke partijkeuze. In latere jaren trok hij zich steeds meer terug uit het publieke leven en raakte in geestelijke nood. Hij werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis en overleed in armoede op 1 mei 1885.
André Gill werd begraven op Père Lachaise, waar zijn graf nog steeds bestaat. Zijn werk leeft voort in museale collecties, en zijn invloed is nog steeds voelbaar in de wereld van de karikatuur, persillustratie en politieke satire. Hij was niet alleen een kunstenaar van de lach, maar ook van de aanklacht.