Vanaf jonge leeftijd toonde Garcia-Mansilla een bijzondere aanleg voor muziek, met name voor vioolspel, en werd hij verder opgeleid in Parijs onder leiding van de beroemde Jules Massenet. Als een getalenteerde componist en muzikant vertegenwoordigde hij de Argentijnse cultuur in de grote zalen van Europa. In 1888 trad hij toe tot het diplomatieke corps en diende in de Argentijnse ambassade in Wenen, waarna hij tien jaar als zaakvoerder werkte in Sint-Petersburg, de hoofdstad van het Russische rijk.
Garcia-Mansilla was een veelzijdig componist die zowel operas als orkestrale werken componeerde. Zijn opera Ivan(1900) ging in première in Sint-Petersburg, ter gelegenheid van het bezoek van Tsaar Nicolaas II, en werd goed ontvangen. Andere belangrijke werken zijn Angelic Manuelita, een lyrisch stuk geïnspireerd door het leven van zijn tante, Manuelita Rosas, dat in Buenos Aires in 1917 in première ging. Daarnaast componeerde hij Hymne au 25 mai, opgedragen aan generaal Bartolomé Mitre, en verschillende symfonieën en kamermuziek.
Enkele van zijn belangrijkste werken zijn:
Ivan, opera (première in Sint-Petersburg, 1900)
Angelic Manuelita, lyrisch stuk (Buenos Aires, 1917)
Hymne au 25 mai, voor koor en orkest
Verschillende symfonieën
Chant Ivernal (winterlied)
Fuga voor drie stemmen a cappella
Fuga voor piano
Melodieën voor zang
In 1919 verhuisde Garcia-Mansilla naar Parijs, waar hij tot zijn overlijden op 7 mei 1930 verbleef. Hij werd begraven in Parijs, en zijn muzikale erfenis leeft voort door zijn werken die nog steeds gewaardeerd worden in Argentinië en daarbuiten.
Zijn invloed op de Argentijnse muziek en zijn bijdrage aan de Europese muziekcultuur maken hem een belangrijke figuur in de muzikale geschiedenis van de 20e eeuw.